Rob Janssen
- Details
- Hits: 811
Meerssens Mannenkoor in de kijker
Rob Janssen, 60 jaren (koor)zanger!
Op zondag 19 juli, tijdens de zeer geslaagde BBQ-bijeenkomst in Vaeshartelt, een van de weinige activiteiten van ons Meerssens Mannenkoor die in dit Corona-jaar doorgang hebben kunnen vinden, vond onder andere de huldiging plaats van Rob Janssen wegens 60 jaar koorzangerschap. In de vorige Geulecho werd hiervan al verslag gedaan.
Gloedvol werd hij gehuldigd, en terecht, door een oude Borgharense zangersvriend Fer van de Winkel, waarnemend voorzitter van de KNZV-Limburg, en door onze eigen welbespraakte en trotse voorzitter Louis Verleisdonk. En Rob, geflankeerd door zijn evenzeer trotse partner An, liet dit op ingetogen en bescheiden wijze over zich heen gaan en aanvaardde in dank en zonder oogknipperen de bijzondere hieraan verbonden Bondsspeld. En zelfs hebben we hem daarna beheerst en, gegeven de omstandigheden, veilig toegezongen.
Maar ja, dan denk je later, als onregelmatige correspondent, ondanks alle lof die is toegezwaaid en alle daarmee gepaard gaande informaties en anekdotes: “Ik zou toch nog wel eens wat meer willen weten over die bijzondere koorzangersloopbaan” dus, na Rob eerst wat tijd gegund te hebben om aan het idee te wennen en van alle emoties te bekomen, begaf ik me op een stralende Novemberdag Coronaproof naar het Zuster Paladiaplantsoen en streek daar begin van de middag neer teneinde Rob eens wat nadere bijzonderheden te ontfutselen over die toch vrij unieke en bestendige zangdrang en over de hoogtepunten en curiositeiten uit die zestig jaren, een leeftijd die sommige onzer leden nog zelfs moeten zien te bereiken.
Na een hartelijke ontvangst nemen we aan tafel plaats waar Rob, die je zijn 84 levensjaren niet aanziet, al wat foto’s en parafernalia gereed heeft gelegd en begint een levendig gesprek waarbij uw verslaggever al snel de chronologie uit het oog verliest. In zijn enthousiasme hopt Rob van het ene naar het andere thema, nog bevorderd door van het spoor afvoerende tussenvraagjes van ondergetekende en dat leidt er toe dat dit verhaal niet zozeer een chronologisch maar veeleer een caleidoscopisch beeld zal trachten te schetsen, (en niet veel meer dan dat), van 60 jaar zangers-geschiedenis van een bevlogen zanger met een bijzonder stemgeluid.
Dat laatste werd overigens al vroeg vastgesteld. De eerste stapjes op het zangerspad, die niet eens meetellen in het jubileum-getal, werden gezet bij de Meerssener Nachtegalen, een belangrijke vroegere broedplaats voor de koorzang. Vooral aan Moeder’s kant zat het zingen in de genen, zingende ooms in het kerkkoor van Amby en ook Rob’s Moeder zong graag en uit volle borst mee.
Maar echt serieus werd het toen Rob na zijn huwelijk als 24-jarige in Borgharen neerstreek en lid werd van het Mannenkoor Borgharen. En zoals je dat bij wel meer zangers ziet (en hoort) verdiepte zijn stem zich met de jaren, de eerste jaren zong Rob als 1e tenor de sterren van de hemel. Daar kreeg hij ook heel wat gelegenheid toe, want Mannenkoor Borgharen timmerde behoorlijk aan de weg met koorreizen en deelname aan concoursen. Absoluut hoogtepunt vormde daarbij de deelname aan het AVRO Zangersconcours, dat in 1965 door Mannenkoor Borgharen onder directie van dirigent Lambert Kengen werd gewonnen! Als stille getuigen liggen er fotorapportages op tafel, met in het centrum vooraan een hele jonge Rob. En heel opvallend: alle zangers kíjken naar hun dirigent!
Het repertoire in Borgharen bestond uit veel Italiaanse operamuziek en bekende Duitse koorliederen, die oudere leden van ons koor nog wel bekend in de oren zullen klinken, want bij zijn overgang eind jaren negentig naar het jonge Meerssens Mannenkoor introduceerde Rob daar heel wat van die werken, uiteraard in samenspraak met toenmalig dirigent Rob Waltmans. Maar dan zijn we al zo’n 30 jaar verder.
In Borgharen was Rob ook 25 jaar als bestuurslid bij het koor betrokken, was hij actief en vindingrijk lid van de muziekcommissie en stond mee aan de basis van de productie van een grammofoonplaat Musical Time. Ook werd de mensen steeds voorgehouden dat koorzang een belangrijke factor is om in een samenleving te integreren, met kennelijk succes, want het koor telde voor een relatief kleine gemeenschap een groot aantal leden. Die moesten natuurlijk ook verantwoord in het pak gestoken worden. Niet altijd een eenvoudige opdracht. Rob tast wat dat betreft nog altijd in het duister hoe hun beschermheer, de heer Henk Bennen, na een reis naar Oost-Duitsland, daar voor het koor nieuwe kostuums bij elkaar bleek geritseld te hebben. Maar ze stonden prima en zaten goed, dus wat zul je verder nieuwsgierig zijn?
Tijdens de periode-Borgharen heeft Rob ook nog een paar maanden bij de Maastreechter Staar gezongen, maar daar bleek al gauw de synergie te ontbreken.
Ook bezat Rob in die jaren een hammondorgel, dat regelmatig van pas kwam bij het thuis instuderen van koorwerken. Helaas heeft hij daarvan afscheid moeten nemen na het hoogwater van 1993 toen het hammondorgel een waterorgel bleek te zijn geworden.
De meest onvergetelijke koorreis voerde overigens naar Terschelling; wanneer hij daar aan terugdenkt begint Rob blij-weemoedig te kijken. Koorreizen waren overigens een vast onderdeel van de programmering. Er werd voor gespaard en de partners gingen altijd mee.
Bijzonder was ook het optreden in Poznan tijdens de koorreis naar Polen. Er zou volgens de mededelingen voor een uitverkochte zaal worden opgetreden, maar toen Mannenkoor Borgharen de bühne betrad zaten alleen de meegereisde partners in de zaal. De rest van de kaarten waren opgekocht door de Communistische Partij, die kennelijk wilde voorkomen dat er een mooie synergie tussen koor en bezoekers zou kunnen groeien. Later bleek ook nog een van de gereserveerde hotels gesloten te zijn, waarop al om 5 uur tot de terugreis werd besloten, maar niet dan nadat er toch nog wel een kolchoze was bezocht.
Ook memorabel is het bezoek aan paleis ’t Loo. Terwijl Rob daar de solo zong in Cantique de Noël passeerde (toevallig??) koningin Beatrix zodat Rob zich kan beroemen op vorstelijk applaus.
Heel bijzonder was ook een gebeurtenis in Lindau. Lambert Kengen, ook een zeer talentvol fagotspeler, improviseerde daar een optreden dat oorspronkelijk één nummer zou duren, maar dat uitliep in een optreden van een uur.
Rob heeft eens even nagegaan hoeveel dirigenten hij heeft meegemaakt, waarbij hij in een aantal gevallen ook bij de selectie betrokken is geweest.
Hij herinnert zich, behalve Lambert Kengen namen als Haan, Peter Soeters, Toine Cremers en Roger Moens en hij koestert ook zijn herinneringen aan Rob Waltmans, 1e dirigent van Meerssens Mannenkoor, waarmee hij ook zijn liefde voor het Gregoriaans deelde.
Tijdens zijn 40 werkzame jaren bij Mosa was hij lang lid van de O.R. en hij werkte onder meer onder de directeuren Louis Regout, Verschuren en de onlangs overleden Toon Colen. Hij zong ook nog een jaartje in het Mosa-koor, maar dat had niet veel om de hakken en daar hield hij dus ook al gauw weer mee op.
Op een gegeven moment werd Rob attent gemaakt op een oproep van de Nederlandse Volksopera en hij besloot aan de auditie mee te doen. Dat was geen niemendalletje. Er moest een verplicht werk en een vrij werk ten gehore worden gebracht. Merkwaardigerwijs kan Rob zich het vrije werk niet meer herinneren, maar het verplicht werk des te beter: “Nar met den spiegel” en daar klinkt, om het te bewijzen, al weer staccato in sonore bariton: “Ha ha ha ha ha ha ha” door de kamer. De auditie werd afgenomen door de roemruchte Peter Serpenti en Rob was bij de 10 geselecteerden. En daarmee begon een kleurrijk en onvergetelijk facet uit Rob’s zangersleven enerzijds door optredens in o.a. Un ballo in maschera, Carmen, Czardasfürstin en Hello Dolly, met als hoogtepunt een concert in Brussel ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de N.V.O. maar ook omdat hij daar An leerde kennen, die bij de Volksopera diverse glansrollen vervulde en waarmee Rob besloot tot een nieuw partnerschap, dat hem naar Meerssen bracht.
In Meerssen werd hij vrijwel onmiddellijk lid van Meerssens Mannenkoor. Buiten zijn inbreng in het repertoire stond Rob ook, samen met Jep Vencken en Cyriel Voncken, aan de basis van ons clubblad. Omdat er een naam bedacht moest worden werd onder de leden een wedstrijd uitgeschreven. De onafhankelijke jury kende de prijs, een voetreis door Zuid-Limburg, toe aan de naam GEULECHO. En laat die naam nu ingestuurd zijn door…Rob Janssen! Ook was Rob een aantal jaren lid van het Basilica-koor.
Inmiddels is hij in ons koor het op één na oudste zingend lid, en hij hoopt dat nog wat langer te kunnen blijven doen. Hoogtepunten tegenwoordig zijn voor hem de Kerstconcerten, want het maken van concertreizen lijkt helaas wat van de agenda verdwenen, net als overigens het zingen in de derde helft. Ook zouden voor Rob wel wat vaker gedegen operawerken op de pupiter mogen staan en wat minder Engels koorwerk. Maar voorop staat dat Rob vurig hoopt dat er binnenkort weer sámen gezongen kan worden, want hij ervaart de Corona-stilstand als heel deprimerend.
Gelukkig heeft hij naast zijn zorg voor An nog een paar dierbare hobby’s, zoals biljarten, bridgen, boeken lezen en puzzelen, dus vervelen doet hij zich niet gauw. Maar het samenzingen en samenzijn is toch een dimensie apart en die wordt gemist.
Zo vertellend en vragend en herinneringen ophalend vliegt de middag in hoge snelheid om, zodat wanneer we met een vriendelijke verre vuistdruk afscheid nemen van elkaar, in het westen het avondrood zich al stralend aandient.
Bedankt voor dit gesprek Rob!
Karel Majoor