Theo_Hendriks.jpeg

 

 Na een lange periode van radiostilte doet zich eindelijk weer de gelegenheid voor om een kennismakingsgesprek te voeren met een nieuw aangetreden lid van ons Meerssens Mannenkoor. Om verschillende redenen doet me dit ook nog eens extra deugd. Het betreft namelijk Theo Hendriks, geboren op 14 november 1936 in Meerssen aan de Kerkstraat 7. Theo is dus niet meer de jongste, maar wel al weer sinds enige tijd een zeer gemotiveerd en muzikaal geïnspireerd lid van ons koor. Bovendien heb ik hem zelf gescout als mogelijk lid, maar daarover straks iets meer.

 

Theo was jongste zoon in een gezin van negen kinderen van vader Hubèr Hendriks en moeder Theodora Bauwens, dochter van de koddebeier. Aanvankelijk voerde Hubèr met zijn broer Pie een groothandel in leer en schoenen, maar  na verloop van tijd besloot Hubèr een bakkerij te beginnen. Theo’s  broer Paul nam dat bedrijf later over, broer Edmund kreeg een functie bij de gemeente Heerlen, Pierre werkte bij Bolletje en Harry bij de Mijnpolitie.Theo was “ein braaf jungske” die al jong hielp met het uitbrengen van brood en vlaai, zoals dat vroeger gebruikelijk was. Hij heeft ook nog levendige herinneringen aan de 2eWereldoorlog in Meerssen: Duitsers op de Markt, schuilen bij brouwerij Van Aubel. En ook bijzonder is de herinnering aan Meerssenaar Joseph Seligmann, de zoon van de slager, die als enige van de Joodse inwoners van Meerssen met de hulp van Theo’s vader wist te ontkomen bij de razzia van de nazi’s. Na de oorlog heeft Theo nog enige keren, laatstelijk bij de onthulling van de Stolpersteine in Meerssen, de zoon van Joseph Seligmann ontmoet.

Theo bezocht de Lagere jongensschool aan de Gansbaan, waar onder andere meesters Heijnens en Gommers les gaven. Theo kon goed leren. Op die school werd eigenlijk niet gezongen en Theo werd ook nooit ontdekt voor de Meerssener Nachtegalen. Wel werd hij misdienaar onder deken Steegmans, en promoveerde na verloop van tijd tot oppermisdienaar en diende ook in het Oude Mannenhuis, het latere Beukeloord bij de Filles de la Sagesse, de nonnen die daar zorgden.

Na de Lagere School ging Theo naar de MULO-A op de Zwijsenschool, waar zijn lievelingsvakken Geschiedenis en de talen waren. Op zijn 16e gediplomeerd begon hij bij de Aachener/Münchener Versicherung bij de heer Wetzels, maar na anderhalf jaar, in 1954 begon hij als volontair bij de gemeente Meerssen bij de afdeling Financiën annex de Gemeenteontvanger.

 

Aan studiezin en ijver ontbrak het hem niet, dus Theo begon in 1954 met de GA-1-studie, die hij in 1957 succesvol afsloot. Gestimuleerd door zijn promotie tot adjunct-commies, begon hij in 1957 met de opleiding Gemeentefinanciën, afgesloten met diploma in 1961. Ondertussen was Theo in 1959 vertrokken naar de gemeente Ulestraten, waar burgemeester Hein Corten de scepter zwaaide. Ook daar studeerde Theo door, de GA-2 opleiding volgend aan de Bestuursschool waar o.a. gestaalde bestuurders als Houben, Quint en Heemskerk les gaven. En ook Theo’s loopbaan ontwikkelde zich verder.

 

In 1964, 27 jaar oud, werd hij wnd. Gemeentesecretaris, tevens chef Financiën en gemeenteontvanger bij burgemeester Poort in de gemeente Moergestel, met meer dan 5000 inwoners. Niet alleen werkte hij daar de achterstand van de afgewikkelde gemeenterekeningen weg, hij kijkt ook met veel voldoening terug op het oprichten, samen met de secretaris, van het stadsgewest Tilburg, van de Muziekschool in Oisterwijk waar de befaamde Louis Toebosch als eerste directeur werd aangesteld, maar daar leerde hij ook wijlen zijn voormalige echtgenote kennen.. 

 

Na enige jaren begon het “Zuiden” toch weer te trekken en in 1969 keerde Theo terug als chef Financiën en comptabele bij de gemeente Heer, waar de ook in Meerssen nog wel bekende burgemeester Louis Corten met de wethouders Caldenborg en Kerkhofs en gemeentesecretaris Bèr Winands het college vormde, en waar hij achteraf eigenlijk te kort is gebleven. Want in 1970 vertrok hij al weer naar het Westland om gemeentesecretaris van Schipluiden te worden, een heel andere bestuurlijke omgeving, met een eigen gasbedrijf, waar een structuurplan voor de intergemeentelijke glastuinbouw tot stand kwam en waar Theo in het huwelijk trad.

 

En alweer werd er een sprong gemaakt. En nog wel een dubbele. Op 1 april 1974 werd Theo burgemeester-secretaris van de gemeente Herten. Daar werden de zonen David in 1976 en Michaël in 1980 geboren. Daar maakte hij als penningmeester samen met voorzitter Leo Jansen de schutterij St.Michaël het bloedhete O.L.S. van 1976 mee, met als spectaculair onderdeel het leggen van een pontonbrug over de Maas, zodat je nu eens wel “bij Ool euver” kon komen. Hij kreeg daar ook intensief te maken met de “ontgrindingen” en de daarmee samenhangende ontwikkeling van het watersportgebied en de komst van vele Duitse watertoeristen. Maar hij kijkt op zijn ambtsperiode daar, tot 1981, vooral met plezier terug, het was een mooie tijd, ook met de kinderen, wonend in een mooie ambtswoning, met wel een dure oliestook, en hij genoot vooral ook in Herten van de muzikaliteit en dan vooral de blaasmuziek.

 

Op 1 januari 1981 volgde Theo”s benoeming in Laren, een mooi en aantrekkelijk dorp in ‘t Gooi met veel zeer welvarende inwoners maar een arme gemeente. Theo kon daar zijn bestuurlijke en culturele kwaliteiten en belangstelling ruimschoots kwijt. Wonend in een ambtswoning tussen de hertjes, nam hij bijvoorbeeld een minderheidsstandpunt over de aantallen vierkante meters winkeloppervlak. Veel voldoening gaf hem ook, dat hij er in slaagde de oorspronkelijke processieroute in samenwerking met Rijkswaterstaat te herstellenen. Hij verzette zich tegen een McDonaldsvestiging in een veel te nauwe straat vlak tegenover het Streekziekenhuis. Ook was hij commissaris bij het Singermuseum, was betrokken bij het Rosa Spierhuis, waar in die tijd o.a. Youri Egorof korte tijd verbleef en genoot van de hockeyclub Laren en de Matthäus Passion-uitvoeringen in Naarden.

 

Míjn cirkeltje met Theo begint in 1981 doordat ik hem enige maanden later opvolgde als burgemeester-secretaris van Herten en hem ontmoette en leerde kennen bij mijn installatie. Maar de contacten waren spaarzaam. Want Theo bleef ook na zijn pensionering in 2001nog tot 2011 in ’t Gooi wonen en was daar ook nog bestuurlijk actief, o.a. als lid en waarnemend voorzitter van de Culturele Raad Noord-Holland en als voorzitter van de stichting BRES (Beweging, Recreatie & Spel) waar de roemruchte schaatstrainer Anton Huiskes directeur was.

 

Maar in 2011 besloot Theo naar Zuid-Limburg terug te keren, waar inmiddels ook een van zijn zonen met zijn gezin was neergestreken, en werd die cirkel gesloten. Theo vond een mooi appartement in Maastricht, begon enthousiast met pianolessen en genoot van regelmatige fietstochten door het Heuvelland. En zo werd in 2021 ook de cirkel tussen ons beiden weer gesloten toen we elkaar aan de boorden van de Maas tegenkwamen en bleek dat ik inmiddels honderd meter van Theo een appartement betrokken had. En zo heb ik hem op een gegeven moment enthousiast weten te maken om lid van ons Meerssens Mannenkoor te worden. Hij geniet daar met volle teugen van. Hij ervaart de sfeer als een warm bad en koestert de vriendschappelijkheid en onderlinge behulpzaamheid. Ook is hij een paar oud-klasgenoten weer tegengekomen bij het koor, zoals Willy Smeets en Math Otten.

Aan het eind van ons lange gesprek vat hij het nog eens zo samen: Zingen onder de inspirerende dirigent John Gerits in ons mooie repetitielokaal Conne5t en begeleid door de voortreffelijke pianist Leon Dijkstra = EEN FEESTJE.

Karel Majoor

 

8 mei 2024